Tijdens een stroomuitval is de beschikbaarheid van personeel erg belangrijk. Personeel kan helpen om handelingen die door systemen werden overgenomen weer zelf te doen. Of dit nu gaat over behandelen van patiënten, of over de registratie van bijvoorbeeld het toedienen van medicatie. Zorginstellingen worden ook meer op zichzelf aangewezen omdat doorstroom van patiënten binnen het getroffen gebied bemoeilijkt wordt.
Belangrijk hierin is dat het personeel tijdig wordt opgeroepen, voordat bijvoorbeeld de reguliere communicatiesystemen niet meer werken.
Noodstroom lijkt voor een groot deel in de weg te staan van zorgcontinuïteit. Verschillende instellingen zijn niet aangesloten op noodstroom waaronder ook huisartsen die aanwezig moeten blijven voor opvang van patiënten. Bovendien is niet overal bekend welke functionaliteiten het nog doen met of zonder noodstroom. Denk hierbij aan nooddeuren, sloten van beveiligde afdelingen en dergelijke.
Sommige instellingen hebben een contract met een aggregatenleverancier, waarbij het van belang is om aandacht te hebben voor de zekerheid van dat contract bij een grote stroomuitval en meerdere partijen hier aanspraak op doen.
Na een relatief beperkte tijd komen al veel instellingen in de problemen, namelijk vanaf 4 uur.
Een langere stroomstoring zal leiden tot problemen in de logistiek. Als voorraadsystemen uitvallen, dan leidt dit tot een gebrek aan overzicht wat nodig is.
Veel instellingen hebben bovendien een beperkte voorraad, wat snel kan leiden tot problemen. Afstemming binnen de keten en onderlinge hulp lijkt hier erg belangrijk te zijn.
Een stroomstoring heeft verschillende cascade-effecten in zich. Zo kan bijvoorbeeld onderlinge doorstroming moeilijk plaatsvinden, kunnen bevallingen niet meer thuis plaatsvinden wanneer 112 uitvalt en kan ook thuismonitoring door ziekenhuizen niet meer plaatsvinden.
Een stroomstoring geeft op veel plekken snel problemen in cruciale voorzieningen:
Een belangrijk punt in de informatievoorziening is de informatie hoelang de storing duurt.
De GHOR heeft hier een belangrijke rol in, omdat elektriciteitsbedrijven vaak niet goed bereikbaar zijn in zo’n situatie.
Interne informatiesystemen vallen uit, waardoor vaak overgegaan moet worden op improvisaties. Dit betekent uiteindelijk dat er veel handwerk zal moeten plaatsvinden, maar dat sommige informatie over actuele aanvragen of bestellingen niet meer zichtbaar zijn. Dit kan leiden tot gebrek aan informatie-uitwisseling tussen instellingen, waaronder ook apothekers.
Mogelijk zijn voedingsschema’s en medicijnschema’s daardoor niet meer beschikbaar.
Communicatie tussen zorginstellingen is lastig tijdens stroomuitval. Niet alle instellingen hebben één aanspreekpunt waardoor communicatie diffuus wordt en er veel handmatig werk zal plaatsvinden. Dit geeft extra druk bij personeel.
De GHOR kan hier in een coördinerende rol optreden met het ondersteunen en opzetten van een communicatie en informatielijn tussen de zorginstellingen.
Het hebben van een back up voor cruciale voorzieningen is niet overal ingeregeld. Hierdoor kan communicatie bemoeilijkt worden. Zo kunnen bijvoorbeeld wijkverpleegkundigen niet meer via de app met elkaar communiceren en heeft de gehandicaptenzorg geen alternatief voor de telefoonboom.
Ervaring van personeel wordt binnen de keten als belangrijk beschouwd. De onderlinge samenwerkingsverbanden van de RAV, ervaring en deskundigheid van apothekers en het thuiswerken van GGD-werknemers, wordt als groot voordeel gezien om de juiste werkzaamheden te verrichten tijdens crisis.
Ten aanzien van de GHOR wordt verwacht dat ze met hun kennis en ervaring regie pakken op de coördinatie van bijvoorbeeld schaarste van goederen en ondersteuning.
Geoefendheid op dit scenario blijkt (nog) niet bij alle instellingen goed geborgd te zijn. Het hebben van een noodstroom aggregaat en contact met leveranciers voor brandstof zijn afspraken die weinig zijn gemaakt en bieden deels hulp. Bij meerdere instellingen is wel bewustwording, zijn plannen opgesteld en is een crisisteam aanwezig, maar wordt er in de praktijk weinig tot niet mee geoefend.
De uitwijkscenario’s om operationeel te blijven zijn bijvoorbeeld tijdens een incident mogelijk niet bereikbaar vanwege de ligging dicht bij de incident locatie. Deze kunnen immers gelijktijdig getroffen zijn of niet bereikbaar. Dit leidt tot een gebrek aan opvangplaatsen en logistieke problemen bij verplaatsingen. Het beoefenen van scenario’s is nodig om de onderlinge samenwerking die tijdens crisis geen gewoonte blijkt te zijn te verstevigen.
Bij een incidenttype als stroomuitval blijkt hoe afhankelijk we zijn van stroom en van elkaar. Het uitvallen van systemen en het niet kunnen vormen van een goed informatiebeeld, maakt het moeilijker om de juiste besluiten te nemen. Dit vraagt veel van personeel en zorgpartners in de onderlinge samenwerking. Om als geneeskundige keten een zo goed mogelijke invulling te geven bij een incident met stroomuitval is samenwerking binnen de keten een groot goed.
Het is daarom aan te bevelen om:
Klik hier om terug te gaan het hoofdstuk Methodiek en de andere incidenttypes.
GHOR Zuid-Holland Zuid
Prof. Kohnstammlaan 10
3312 KL Dordrecht